In een schilderachtige vallei net ten zuiden van Ullared vind je Sumpafallen. Een ongerept stuk van de Högvadsån, de grootste zijrivier van Ätran, stroomt door het reservaat. Je kunt over wandelpaden langs de stromende rivier wandelen en in de buurt van de parkeerplaats is ook een barbecueplaats.
De Högvadsån vormt vier grote stroomversnellingen in het reservaat. Een daarvan, Sumpafallen, heeft het reservaat zijn naam gegeven. Hier en bij de andere watervallen kan het gebulder van de aanstormende watermassa’s oorverdovend zijn, maar er zijn ook stukken kalm stromend water waar je je oren even kunt laten rusten.
Paden in het reservaat
Een wandelpad van ongeveer twee kilometer loopt langs de Högvadsån en volgt dan de weg terug naar de parkeerplaats. Naast het hoofdpad, bij de Sumpa-watervallen zelf, is een voorbereide barbecueplaats. Er is nog een barbecueplaats bij de watervallen, maar deze ligt niet direct naast het hoofdpad. Er is brandhoutopslag beschikbaar, maar brandhout kan niet worden gegarandeerd.
Samen met Fylleån is de Högvadsån vanuit het oogpunt van natuurbehoud de meest waardevolle waterloop van Halland. Zowel boven als onder de oppervlakte bestaat er een rijk planten- en dierenleven. Langs schaduwrijke delen van de rivieroever groeit de varensafsa. Hij wordt ook wel de koningsvaren genoemd omdat hij wel anderhalve meter hoog kan worden. Als je onder het wateroppervlak kijkt, zie je met het blote oog kleine insecten die op de bodem leven. Het kunnen larven zijn van verschillende libellen, kevers, mosselen, wormen en schaaldieren. Gezamenlijk worden deze dieren bodemfauna genoemd.
In het groen rond de stroomversnellingen zingen onder andere elke lente zangvogels en vinken en op de stenen in het water leeft de spreeuw. Hier zie je ook ijsvogels en houtsnippen en misschien ook wel de grijze vliegenvanger waar die vanaf een tak uitkijkt naar vliegende insecten.
Een ander dier dat in Högvadsån leeft, is de rode lijst en beschermde parelmossel. Aan het begin van de 21e eeuw was de soort verdwenen uit een derde van de plaatsen in Zweden waar hij aan het begin van de 20e eeuw werd gevonden. Er zijn verschillende verklaringen voor de sombere ontwikkeling, maar het is vooral dat veel bestanden zich niet hebben kunnen verjongen. De voortplanting van de mossel is afhankelijk van de vissen, aangezien de larven in een vroeg stadium als parasieten op de kieuwen van de jongen leven, zonder de vissen echter te schaden. Voor de mossel is dit een slimme manier om stroomopwaarts te kunnen bewegen en zo de verspreiding in de waterloop te vergroten. In de Högvadsån zijn er volop paaiende zalmen en forellen, en ook hier is vastgesteld dat de rivierparelmossel zich heeft verjongd.
Naast de stroomversnellingen en watervallen van Högvadsån, omvat het reservaat ook een verscheidenheid aan natuurlijke soorten zoals elzenmoerasbos, heidebos, grasland en berghellingen. Een groot deel van het land is begraasd, wat het gebied een open karakter geeft. In het meest westelijke deel van het reservaat groeien een oud eikenbos en een weelderig elzenbos. Hier komen bronstromen uit de grond omhoog, waardoor zich een zeer waardevolle flora heeft ontwikkeld. Je vindt er vooral verschillende bijzondere mossen zoals brynia, rutlungmossa en donsmos, maar ook de vaatplanten beek bräsma, bluesippa, slangenbes en het geel glinsterende gouden poeder.
Bron: https://www.lansstyrelsen.se